Twee stijlen van refactoren
Het was een tijd terug 40 graden en dat leek me, om redenen die ik achteraf niet kan bevatten, geen reden om het geairconditioneerde pand van mijn werkgever te bezoeken. In plaats daarvan bleef ik met de gordijnen dicht op mijn snikhete kantoortje zitten en begon aan een grootscheepse refactorslag. Of liever: twee refactorslagen - de ene met een gestaag toenemende hoeveelheid koortsig zweet op mijn voorhoofd, en de ander met een stabiele hoeveelheid normalehittezweet. De ene refactorslag was een ramp, de ander een succes. In beide gevallen moest ik het kantoor nadien goed luchten - dat wel.
Hoe hersenwetenschap programmeurs kan helpen
Er is in de vakliteratuur over softwareontwikkeling geen gebrek aan gepeperde meningen over hoe goede code eruit dient te zien. Goede code is naar hun mening eenvoudig, bijvoorbeeld, of testbaar of uitbreidbaar. Je zou kunnen zeggen dat hun redenen erop geënt zijn software zo goed mogelijk te kunnen onderhouden. Wie dat zou moeten doen en hoe ze dat aan moeten pakken, daar zijn de meningen minder gepeperd over. Veel professionals lijken code te beschouwen als iets wat op zichzelf staat, zonder veel oog te hebben voor de programmeurs die dat onderhoud zouden moeten plegen. Dat geldt niet voor Felienne Hermans. In The Programmer’s Brain behandelt ze vragen als: wat gebeurt er in het brein als je code leest? Hoe leer je zo efficiënt mogelijk nieuwe programmeertalen en -concepten? En hoe kun je deze kennis inzetten om betere code te schrijven?
Historie van Koenraad van Codeghat
Koenraad bestijgt dapper ’t ros / van de debugger, bereid / te dolen onder de linde. // Hij stapt door het beslisbos / dat hem naar hier heeft geleid / maar kan de oorzaak niet vinden.
Hoe review je eigenlijk code?
Hoe lees je eigenlijk code? Waar begin je? En in welke volgorde loop je code door? - En zit er verschil tussen het lezen van code tijdens je programmeerwerk en tijdens een code review? Ik stelde mezelf onlangs die vragen, na in Felienne Hermans’ The Programmer’s Brain te hebben gelezen dat gevorderde programmeurs op een andere manier code lezen dan nieuwelingen.
Wat is jouw mentale model?
Eerder schreef ik erover waarom het zo belangrijk is om code die data ophaalt te scheiden van code die data manipuleert. Ik kan me voorstellen dat ik lezers heb die denken: joh, dit zijn toch allemaal open deuren? Misschien hebben die lezers gelijk. Maar aan de andere kant: het aantal keren dat ik code heb kunnen verbeteren door het ophalen en manipuleren van data te scheiden, vertelt een ander verhaal. Wellicht loont het zich om daarom kort te reflecteren op een aantal redenen waarom deze goede gewoonte niet stevig verankerd is in het hoofd van elke ontwikkelaar.
Scheid data ophalen van data manipuleren
Het aantal refactoravonturen (met goede of slechte afloop) dat ik heb beleefd is, inmiddels al lang niet meer op één hand te tellen. In de loop der tijd is een terugkerend fenomeen me opgevallen: code waarin het ophalen van data niet wordt gescheiden van het manipuleren ervan. Laten we dat eens wat nader bekijken.
Spelen met Options
Options vormen de brug tussen totale en gedeeltelijke functies. Het is een type dat de eigenlijke return value van een functie wrapt. In het geval dat de mapping zinvol is, dan geeft de functie een Option terug met daarin de gezochte waarde. En als de mapping dat niet is, dan geeft deze een Option terug zónder die waarde. Wat het resultaat dus ook is, één ding weet je zeker: je krijgt een Option terug. De functie is altijd eerlijk.
Gedachten naar aanleiding van een PI-planning
Ik had onlangs het geluk aanwezig te mogen zijn bij een Program Increment-planning - kortweg: PI-planning. Het was de tweede die mijn werkgever ooit organiseerde, en de eerste waar ontwikkelaars bij aanschoven. Het was een hele ervaring. En ik zal in wat volgt kort reflecteren op die ervaring.
Objectgeoriënteerd en functioneel BTW berekenen - Revisited
Ik plaatste een tijd geleden wat kanttekeningen bij mijn aanpak Enrico Buonanno’s uitdaging om een objectgeoriënteerde BTW-calculator te schrijven. Zo zette ik mijn vraagtekens bij het feit dat ik zijn oorspronkelijke model één op één overnam. Die keuze bracht met ertoe een aparte VatCalculator-class te definiëren. En hoewel die objectgeoriënteerd was opgezet, viel deze makkelijk om te schrijven naar een functionele variant. De vraag wierp zich op: hoe objectgeoriënteerd is die oplossing? Is de vergelijking daarmee wel eerlijk? Hoe zou een “echt” objectgeoriënteerde oplossing eruit zien?
Programmeren op de beat - Vol. 2
Eens per jaar verandert mijn blog over softwareontwikkeling in een schaamteloze gelegenheid voor mij om over muziek te praten - en vandaag is die dag! Deze keer: met video’s van liedjes die een link hebben naar mijn vakgebied, hihi!